Dient werknemer proceskosten werkgever te vergoeden bij leugens?
Een werknemer heeft voor zijn werk bij zijn werkgever gebruik gemaakt van het bedrijf van zijn vriendin om (transport)documenten aan te maken en deze voor echt te laten doorgaan. Nadat zijn werkgever hierachter komt krijgt de werknemer ontslag op staande voet. Werknemer start daarop een procedure bij de rechtbank Rotterdam (kamer voor kantonzaken) om het ontslag ongedaan te maken.
Tijdens deze procedure blijkt de werknemer het met de waarheid niet zo strikt te nemen, nauw betrokken te zijn bij het bedrijf van zijn vriendin en hij probeerde zijn handelingen en gedragingen te verdoezelen met valse documenten en een (valse?) getuigenverklaring. Hij heeft zich tevens voorgedaan als iemand anders en ook heeft hij een ander persoon geld aangeboden om een valse verklaring te ondertekenen zodat die verklaring als bewijs kon worden gebruikt in de procedure. Voor de kantonrechter is dit gedrag voldoende om het ontslag op staande voet te kunnen dragen en vaststaat dat dit ontslag terecht is.
Het mag duidelijk zijn dat de werknemer in deze casus ook strafbaar handelt door uitlokking van valsheid in geschrifte.
Een partij die op deze wijze tracht te procederen is onrechtmatig aan het handelen en dus moeten alle redelijke kosten voor het procederen van de werkgever worden vergoed.
Moraal van het verhaal: liegen tijdens een procedure kan consequenties hebben. In dit geval dienen de proceskosten van de tegenpartij (werkgever) vergoed te worden. (Geschat op € 15.000,00) Het ontslag op staande voet blijft in stand.
Mr. Gérard Koopal
Bron: Prg. 2023/345; ECLI: NL:RBROT:2023:9539
