Algemene Voorwaarden consument onder vuur

Vooral vorig jaar zijn er zaken, betreffende Algemene Voorwaarden, door rechters beoordeeld op hun merites en daar kwamen voor de consument leuke conclusies uit.

In het arrest Prg. 2024/61 was de rechter van oordeel dat de invorderings- en incassokosten, vermeerderd met de wettelijke rente, die door Zilveren kruis in rekening waren gebracht bij een klant met betalingsachterstand op basis van hun Algemene Voorwaarden oneerlijk waren. Deze mochten niet in rekening worden gebracht omdat deze niet gespecificeerd, noch aan een maximum waren gebonden. Met dit beding tracht Zilveren Kruis meer dan de wettelijke buitengerechtelijke kosten in rekening te brengen. Volgens de rechter is dat oneerlijk. Ook kan Zilveren Kruis (na deze uitspraak) niet meer terugvallen op de wettelijke regeling omtrent incassokosten. De consument is dus niet gebonden aan de geëiste invorderings- en incassokosten en hoeft alleen de wettelijke rente (1,44) te betalen.

In dezelfde Prg. (2024/62) staat ook een arrest over een advocatenkantoor dat met een consument een overeenkomst had gesloten waarin stond dat de kosten (Lees: gewerkte uren) overeenkomstig een uurtarief in rekening zouden worden gebracht. De vraag was of dit als een oneerlijk beding in de zin van het Europees consumentenrecht moet worden gezien. De rechtbank oordeelt dat dit een kernbeding is in de Algemene Voorwaarden volgens de EU-richtlijn. Volgens het Hof van Justitie van de Europese Unie (12 januari 2023) is het enkel noemen van een uurtarief niet transparant. De advocaat diende de consument vooraf voldoende informatie te verstrekken zodat deze een beslissing kan nemen. In dit geval is het kostenbeding niet transparant en oneerlijk. Een advocaat is verplicht volgens de regels van de advocatuur vooraf een inschatting te geven van de te verwachten tijdsbesteding en dus het totale bedrag aan kosten. De rechtbank oordeelt deze constructie dan ook als onredelijk bezwarend. Het kostenbeding wordt vernietigd waardoor het wordt geacht nooit te hebben bestaan.

In het hierboven genoemde arrest wordt de term ‘kernbeding” genoemd. Dit is een belangrijk beding in de algemene voorwaarden en de rechter hoeft deze alleen maar te toetsen in consumentenzaken als deze niet transparant zijn op basis van een uitspraak van het Europese Hof van Justitie van 12 januari 2023 (ECLI:EU:C:2023:14) Het gaat dan om bedingen die duidelijk en begrijpelijk moeten zijn geformuleerd voor consumenten. Anders gezegd: het beding moet transparant zijn. Op basis van deze uitspraak van het HvJEU moet iemand op basis van een vooraf gestuurde offerte of bevestiging kunnen beoordelen hoeveel de totale kosten bij benadering zijn of worden. (Inschatting financiële consequenties)

In dezelfde sfeer is ook het arrest van de kantonrechter te Amsterdam tegen een advocatenkantoor.

Mr. Gérard Koopal

Senior intaker Wetswinkel Almere