Voor ontbinding wegens wanprestatie gelden zware eisen
Door: mr. Gérard Koopal, senior intaker, lid NVRA
Een werkgever (gemeente) verzoekt het UWV om een ontslagvergunning wegens langdurige arbeidsongeschiktheid van een werkneemster (ambtenaar). Dit wordt afgewezen omdat de werkneemster ook nog ergens anders werkte en daar niet is uitgevallen. Werkgever was van het andere dienstverband niet op de hoogte gesteld en verzoekt daarom nogmaals om ontbinding van de arbeidsovereenkomst echter nu op grond van wanprestatie. (Art. 6:265 BW)
De kantonrechter, die zich daarover buigt, is van mening dat voor toewijzing van ontbinding op grond van wanprestatie vereist is dat er sprake moet zijn van een ernstige, verwijtbare vorm van wanprestatie.
Daar het wettelijk stelsel bescherming biedt aan een werknemer, moet de werkgever aantonen dat er ernstige wanprestatie is gepleegd door de werknemer. Dit moet grenzen aan een dringende reden, zoals ontslag op staande voet. De werknemer moet dus structureel of in ernstige mate niet voldoen aan de verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst. Aan deze grondslag worden dus hogere eisen gesteld dan aan ernstig verwijtbaar handelen.
In dit geval meende de kantonrechter dat daaraan was voldaan. De werkneemster was tijdens haar arbeidsongeschiktheid bij een andere werkgever aan het werk gegaan. Dit had werkneemster gedaan zonder medeweten van haar werkgever en de bedrijfsarts. Nadat zij hiermee werd geconfronteerd heeft zij een ongeloofwaardig verhaal opgehangen en geen openheid van zaken willen geven. Werkneemster heeft niets verteld over haar verbeterde gezondheid en daardoor dubbel salaris ontvangen. Zij heeft daarmee haar werkgever financieel benadeeld. Door niet open en transparant te communiceren heeft werkneemster in strijd gehandeld met de Ambtenarenwet, de gedragscode en het Verzuimprotocol dat voor haar gold. Dat zij het te veel verdiende salaris direct heeft uitgegeven zodat het te veel ontvangen salaris terugbetaald kon worden, vindt de kantonrechter extra kwalijk.
De kantonrechter oordeelt dat de arbeidsovereenkomst wordt ontbonden per direct, de werkneemster moet een schadevergoeding betalen aan de werkgever, vermeerderd met de wettelijke rente tot de dag van volledige betaling, en de proceskosten.
