Geen afloscapaciteit, toch finale kwijting?
Het verhaal
Betreffende woonde vanwege dakloosheid tussen 2016 en 2020 in zijn auto. Om ‘s nachts warm te blijven moest de motor draaien, en daarvoor tankte hij regelmatig zonder te betalen. Tankstations, maar ook andere bedrijven, staan daardoor op zijn schuldenlijst. Er was in zijn leven sprake van psychische problemen en van gokverslaving. Meneer heeft sinds 2023 budgetbeheer en meldde zich aan voor begeleiding vanwege zijn verslavingsproblematiek.
Meneer ontvangt inmiddels een bijstandsuitkering en heeft een huurwoning. De gemeente stelde hem vanwege zijn psychische en fysieke beperkingen vrij van de sollicitatieplicht. Een officiële medisch onderbouwde vrijstelling is aangevraagd. De schulden bedragen ruim 22.000 euro. Aan de schuldeisers liet de hulpverlener zien dat zijn client op basis van zijn bijstandsuitkering en met inachtneming van het vtlb geen afloscapaciteit over heeft.
De schuldeisers die recht hadden op 49 % van het schuldbedrag gingen akkoord met het nulaanbod. Dertien andere schuldeisers, die samen recht hebben op 51 % van het schuldbedrag, gingen niet akkoord. Daarop vroeg de hulpverlener een dwangakkoord aan. ‘Zijn inkomen ligt onder zijn vrij te laten bedrag’, schrijft de hulpverlener in de toelichting op het dwangakkoord. Verder vermogen is er niet.
Gezien de huidige situatie van meneer is de verwachting dat ‘zijn inkomen gedurende de gehele schuldregeling waarschijnlijk beperkt blijft tot het niveau van de bijstandsuitkering.’ De rechtbank Den Haag heeft toekenning verleend op het verzoek van een dwangakkoord zonder afloscapaciteit.
Rechter: Wsnp is duurder
De rechter woog de belangen af van meneer en van de schuldeisers, en oordeelde dat de weigering van de 13 schuldeisers onredelijk is. Hij kende het dwangakkoord toe met deze motivatie:
- Dat er voor 51 % van de schuld een akkoord geweigerd wordt, geeft aan dat de weigering niet meteen als ‘onredelijk’ is te kwalificeren. Maar de wet blokkeert de mogelijkheid niet om ook bij zo’n verhouding een dwangakkoord toe te kennen.
- Doorstromen naar de Wsnp levert geen hogere opbrengst op maar kost de maatschappij wel meer geld, vanwege de kosten van een Wsnp-traject
- Volgens de schuldeisers zijn de schulden niet te goeder trouw ontstaan. De rechter noemt dat argument voor deze zaak ‘niet van doorslaggevende betekenis’. Bovendien zijn de betreffende schulden langer dan 3 jaar geleden ontstaan, dus de ‘goede trouw’- toets is formeel niet van toepassing.
De uitspraak is op maandag 28 oktober 2024 gedaan, de betrokken schuldeisers hebben nog tot 5 november de mogelijkheid in hoger beroep te gaan.
