Nieuwe penningmeester
Even voorstellen: Pieter Kleve, nieuwe penningmeester
Op 12 augustus 2025 ben ik toegetreden tot het bestuur van Wetswinkel Almere, in de functie van penningmeester. Op vakantie in het zonnige Portugal stuitte ik al browsend door het Almeerse nieuws op het internet bij toeval op de vacature penningmeester. Als gepensioneerd docent aan de juridische faculteit van de Erasmus Universiteit Rotterdam werd ik spontaan enthousiast. Hoewel voor velen de Zuid-as lonkt, ligt voor iedere aankomend jurist de oorspronkelijke motivatie voor een rechten studie immers in de sociaal maatschappelijke functie van het recht. In de juridische bijstand die je wil bieden aan mensen die dat nodig hebben. Recht is, zoals de vrijwilligers van de wetswinkel wel weten, niet de bestudering van wetboeken, maar het aandragen van oplossingen voor mensen die in de problemen zitten. Recht gaat over jou en over mij.
Nou, dat ik enthousiast wordt over vrijwilligerswerk bij de wetswinkel, dat is dan niet zo moeilijk voor te stellen. Maar penningmeester? In de tijd dat ik bij de EUR doceerde, vroeg ik wel eens tijdens de colleges aan de studenten wat zij nou eigenlijk de belangrijkste kwalificaties van juristen vonden. De antwoorden waren uiteenlopend, maar vooral gericht op juridische vakkennis, op allerlei gebieden, en op social skills. Ik stelde daar dan steevast tegenover dat de belangrijkste kwalificaties van juristen ‘taal’ en ‘rekenen’ zijn. ‘Taal’, omdat taal nu eenmaal het instrument van de jurist is. Je kunt juridisch nog zo goed onderlegd zijn – en dat mag ook worden verwacht van juristen – een goede taalvaardigheid is essentieel om je doelen te bereiken. Taalvaardigheid is voor een jurist wat het linkerbeen (en het rechterbeen) was voor Johan Cruijff. Die trouwens zelf ook over een bijzonder taalgebruik beschikte. Maar waarom dan rekenen? In juridische kwesties draait het uiteindelijk heel vaak om geld. En wat je niet wil, is dat een met moeite bereikt juridisch gelijk vervolgens in de concretisering vrijwel teniet wordt gedaan door slechte rekenvaardigheden. Bij onderhandeling over een geldbedrag, bijvoorbeeld, waar over een rentepercentage wordt gesproken, is het verschil tussen 3 of 4 procent niet 1 procent, maar 25 procent!
Affiniteit met geld en cijfers heb ik eigenlijk niet. Na mijn HBS-b diploma (tegenwoordig Atheneum met exacte vakken) ben ik wel gaan werken als assistent accountant en ben ik ook begonnen met de accountantsopleiding. Na anderhalf jaar hield ik dat voor gezien. Ik wilde geen ‘kostenpost’ zijn voor de bedrijven waar ik de administratie controleerde, maar een ‘opbrengstenpost’. De daaropvolgende tien jaar heb ik gewerkt als verkoper van bedrijfscommunicatie en van computers. Boekhoudcomputers waren in die tijd (1980) logge apparaten, die veel ruimte innamen, nog geen fractie konden van wat een goedkope laptop nu doet, en verkocht werden voor prijzen vanaf 100.000 gulden, oplopend tot 400.000 gulden.
In die tijd ben ik ook begonnen met mijn rechten studie aan de EUR. Dat deed ik ’s avonds, met 1 kind op mijn linkerbeen en 1 kind op mijn rechterbeen, die naar Sesamstraat keken, en met mijn studieboek daar tussenin. (Het 3e kind lag in de box …) Maar alles afgerond in de nominale studietijd (destijds 9 semesters). Mijn afstudeerscriptie ging over, hoe kan het ook anders als verkoper van computers: computercontracten. Het nuttige met het aangename verenigen. Maar, hoe kan het lopen in het leven, toen ik was afgestudeerd vroeg de hoogleraar bij wie ik mijn scriptie had geschreven of ik niet wilde blijven, want ze hadden graag mensen die vanuit de praktijk wat verstand van computers hadden. De daaropvolgende 33 jaar heb ik juridische vragen in de informatiemaatschappij gedoceerd aan de EUR. Privacy, e-commerce, computercriminaliteit, intellectuele rechten, grondrechten en de rechtswetenschappelijke vraag of ‘gegevens’ (data) juridisch als ‘goed’ gekwalificeerd kunnen worden. Over deze juridische iconen in het informatietijdperk heb ik in 2004 een proefschrift geschreven.
Wat is mijn binding met Almere? In 2000 ben ik voor de liefde naar Almere verhuisd. De beste beslissing in mijn leven. In Almere met mijn tweede vrouw getrouwd (door de burgemeester!) en onze zoon is hier geboren en opgegroeid. Als geboren en getogen Rotterdammer kon ik overigens snel ‘aarden’ in Almere. Rotterdam, stad van wederopbouw, en Almere, nieuw gebouwde stad.
Het penningmeesterschap van de wetswinkel wil ik vervullen tot we een jonger bestuurslid mogen verwelkomen. Voor vrijwilligersorganisaties is het van existentieel belang dat we jonge mensen – studenten maar ook jonge professionals – kunnen betrekken in maatschappelijke doelen nastrevende organisaties. Gelukkig ben ik zelf nog jong van hart en jong van geest … maar mocht jíj nu enthousiast worden van mijn verhaal, of ken jij iemand die daar enthousiast van zou worden, laten we dan eens met elkaar spreken over wat mogelijk is en over wat bij jou zou passen. Nieuwe ervaringen komen met nieuwe stappen.
In de afgelopen weken heb ik al met verschillende mensen van de wetswinkel kennisgemaakt. Komende zaterdag 13 september hoop ik op de flyerdag weer met meer mensen kennis te maken. Ik heb er enorme zin in!
