Wanneer heb je recht op een verhuisvergoeding?
Als een verhuurder het appartementencomplex waarin jij woont gaat renoveren, is het soms nodig dat je jouw appartement moet verlaten. Dat is bijvoorbeeld het geval als de renovatie niet kan worden uitgevoerd als jij daar nog verblijft.
In principe heb je als huurder dan recht op een verhuisvergoeding. In een recente uitspraak van de Hoge Raad (“HR”), de hoogste rechter in ons land, legt de HR uit wat onder een verhuizing moet worden verstaan.
In de uitspraak gaat het over een huurder die vanwege werkzaamheden die in zijn woning moeten plaatsvinden enige tijd bij vrienden moet logeren en slechts een beperkt aantal persoonlijke voorwerpen heeft meegenomen. Het is de vraag of de huurder ook in dat geval recht heeft op een verhuiskostenvergoeding. Volgens de HR geldt de verhuiskostenvergoeding voor huurders bij een verhuizing die noodzakelijk is. Die noodzaak bestaat als de werkzaamheden niet kunnen worden uitgevoerd terwijl de huurder in de woning blijft wonen. De HR zegt in dit geval, dat het feit dat de huurder thuis werkt zo’n noodzaak is. De huurder kan alleen géén aanspraak maken op de verhuiskostenvergoeding indien de verhuurder een redelijke en passende voorziening heeft getroffen die de huurder in staat stelt zijn werkzaamheden te verrichten. Dit geldt volgens de HR ook indien de verhuurder een redelijk aanbod heeft gedaan, maar de huurder dit aanbod niet heeft aanvaard. De HR zegt verder dat voor de verschuldigdheid van de verhuisvergoeding volstaat dat de huurder het gehuurde wegens een renovatie moet verlaten. Het maakt niet uit of de huurder wel/niet de inboedel verhuist. Als verhuizing geldt dus ook het tijdelijk bij vrienden gaan logeren en het niet meer meenemen van enkele persoonlijke voorwerpen. Dat maakt de uitspraak erg interessant en belangrijk voor het huurrecht.