Ontslag van ziekte bij AOW-gerechtigde werknemers

Door: mr. Gérard Koopal, Lid NVRA

Steeds meer mensen werken door na hun pensioengerechtigde leeftijd. Niets bijzonders in deze tijd van personeelstekorten in elke laag van de maatschappij. Wat wel bijzonder is dat het gewone arbeidsrecht, in het bijzonder met betrekking tot het ontslag, verschilt bij pensioengerechtigden.

Bij ziekte zijn de ontslagregels voor AOW-ers anders dan bij gewone werknemers. Bij een gewone werknemer, die nog niet aan zijn pensioen toe is, dient er bij langdurige ziekte twee jaar (104 weken) te worden gewacht voordat er een ontslag kan worden aangezegd. Dit is anders als een werknemer een arbeidsovereenkomst aangeboden krijgt na zijn pensioengerechtigde leeftijd (AOW). Dan is de periode ingekort tot 6 weken voordat de werkgever over mag gaan tot ontslag.

Echter, in het laatste geval mag de werkgever de arbeidsovereenkomst niet zomaar opzeggen na 6 weken. Daarvoor dient de werkgever eerst toestemming van het UWV aan te vragen.

Bij de kantonrechter te Maastricht diende een dergelijke zaak.

Een werkgever had bij een AOW-er een (tweede) arbeidsovereenkomst gesloten voor bepaalde tijd. Kort daarna meldt de werknemer zich ziek. De werkgever betaalde het loon door tot zes weken, beëindigde eenzijdig het dienstverband en stopte daarna de betaling. De werknemer was het daar niet mee eens en verzocht om vernietiging van de opzegging bij de kantonrechter.

Deze was snel klaar met zijn oordeel: Er was toestemming nodig van het UWV om de arbeidsovereenkomst te mogen beëindigen.

Opzegging tijdens ziekte is in het algemeen niet mogelijk gedurende de tijd dat de ziekte van een AOW-er nog niet minstens 6 weken heeft geduurd en er daarna geen aannemelijk vooruitzicht is dat de zieke binnen de komende 6 weken hersteld zal zijn. De arbeidsovereenkomst kan alleen worden ontbonden indien daar een redelijke grond voor is, zoals ziekte of gebreken waardoor de werknemer de bedongen arbeid niet meer kan verrichten. De wet stelt dat in dit soort gevallen de werkgever het UWV om toestemming moet vragen.

Wie mag in de huurwoning blijven?

Wij wonen al 10 jaar samen in onze gezamenlijke huurwoning. Wij zijn niet getrouwd, hebben samen twee kinderen: een tweeling van 7 jaar. Onze relatie gaat niet goed en we staan allebei pas kort ingeschreven bij Woningnet. Allebei willen we hier blijven wonen. Hoe wordt dit beoordeeld door de rechter?

 

De woningnood treft ook stellen die uit elkaar gaan. Er kan er maar één in de woning blijven als het echt niet meer samen gaat. Een scheiding is vaak geen reden meer voor een urgentie. En jullie staan te kort ingeschreven voor een andere huurwoning. Als een dergelijk zaak bij de rechter ligt, oordeelt die meestal dat het in het belang is van de minderjarige kinderen dat zij in de vertrouwde omgeving kunnen blijven wonen. Ze kunnen dan naar dezelfde school blijven gaan en met hun huidige vriendjes blijven spelen. Daarna zal de rechter bepalen welke ouder de hoofdopvoeder van de kinderen is. Dit is de ouder die de meeste zorgtaken verricht, zoals naar school brengen en halen, met hen ontbijten, de sport faciliteren, naar bed brengen. Vaak is dat niet eenvoudig te bepalen om dat ouders deze taken hebben verdeeld. Dan zal het een kwestie kunnen worden van “turven”. Maar ook kan meespelen de financiële mogelijkheden die ouders hebben om andere woonruimte te huren of bij familie in te trekken. Het blijft maatwerk.

 

Ingrid Maste
Hillen van Tol
Advocaten Mediators

Wie betaalt kosten huishouding tijdens de scheiding?

WIE BETAALT DE KOSTEN HUISHOUDING TIJDENS DE SCHEIDING?

 

Wij hebben twee jonge kinderen die ik voltijds verzorg. Maar ons huwelijk is voorbij. Ik wil scheiden. Het zou fijn zijn als mijn man het huis verlaat. Dan is er minder ruzie. Maar waar moet ik de kosten dan van betalen?

Als jullie beiden in de woning blijven, moeten jullie de kosten ook samen blijven voldoen. Het is handig om daarvoor de en/of rekening te blijven gebruiken. Als jij zelf geen inkomen hebt, kunnen jullie afspreken dat jouw man de kosten blijft betalen zoals jullie gewend waren. Wil hij dat niet, dan kan een voorlopige alimentatie bij de rechter worden gevraagd. Daarvan kan jij de gebruikerslasten (rente, huur) energie en de boodschappen betalen. Wel is de hoofdregel dat bij indienen echtscheidingsverzoek een eventuele gemeenschap van goederen is ontbonden. De eigenaarslasten, zoals de hypotheekaflossing, wordt daarna 50/50 betaald als jullie ook ieder voor de helft eigenaar bent. Voor jouw aandeel kan dan de alimentatie worden gebruikt. Soms is dat onvoldoende en dan kan je afspreken dat dit verrekend wordt als de woning is verkocht of de bankrekeningen zijn verdeeld. Is dat vermogen er niet, dan kan in bepaalde gevallen bij de gemeente om een woonkostentoeslag (bij koopwoning) of een bedrag uit het woonlastenfonds (bij huurwoning). Blijf je alleen in de huurwoning, vraag dan ook huurtoeslag, zorgtoeslag en kindgebondenbudget aan. Als jouw ex geen of onvoldoende alimentatie kan betalen, dan kan je ook een bijstandsuitkering aanvragen.

 

Ingrid Maste
Hillen van Tol
Advocaten Mediators

Eis tot verwijdering aanbouw

Misbruik bevoegdheid bij eis verwijdering aanbouw.

Door: mr. Gérard Koopal, lid NVRA

 

Een veel gehoord probleem tussen buren: waar loopt precies de erfgrens?

Oftewel, wat is mijn grond en wat is van jou?

De rechtbank Noord-Holland (locatie Haarlem) moest zich buigen over de vraag of een aanbouw van een van de buren over de erfgrens ging en, indien dat het geval was, of de eisers volledige sloop van de aanbouw mochten vorderen.

De eisers stelden dat de aanbouw over de erfgrens heen was gebouwd (overbouw) en eisten volledige verwijdering van de aanbouw (recht van amotie) en volledige vergoeding van alle kosten waaronder de kosten van het kadaster.  De gedaagde eist in reconventie vergoeding van de (buiten-) gerechtelijke kosten die deze had gemaakt. Verder stelt gedaagde dat de muur er al in 1989 stond dus dat de eis is verjaard.

De rechtbank overweegt dat de overschrijding twee (2!) centimeter bedraagt. Daarmee is in beginsel sprake van overbouw. Eisers hoeven de overschrijding niet te dulden. Het verjaringsverweer geldt echter niet voor de overbouw maar voor een zijmuur, die er al eerder stond, en gaat dus niet op voor de muren die in 2018 zijn geplaatst en waarover wordt geklaagd door eiser.

De rechtbank is echter van mening dat de eisers misbruik van bevoegdheid maken door recht op amotie (verwijdering) te vorderen. De overbouw bedraagt slechts 2 centimeter en door het recht van amotie (verwijdering van de volledige aanbouw) te eisen wordt de gedaagde daarin onevenredig geschaad in zijn (financiële) belangen. Indien het recht van amotie zou worden toegestaan aan eisers dan zijn de gevolgen (volledige sloop) wel erg groot voor de gedaagde.

Dat wil echter niet zeggen dat de eisers geen recht hebben op een financiële vergoeding van hun schade (grondverlies) gebaseerd op 6:162 BW. De kosten van het kadaster en deskundigenoordeel worden volledig toegewezen omdat deze kosten noodzakelijk waren om duidelijkheid te verschaffen over de bestaande situatie.

Gedaagde is in het ongelijk gesteld maar mag zijn overbouw behouden.

Als u dus een geval van overbouw heeft dan hangt het van de situatie af of u sloop dan wel een vergoeding kunt eisen. Bij een geringe overschrijding kan het eisen van volledige sloop misbruik van recht opleveren.

 

Bron: Prg. 2025/48

Mijn naam is Björn Endeveld. Ik ben een 21-jarige sportieve en creatieve student die graag bezig is. Of dat nou met hardlopen, wielrennen, skiën, koken of af en toe een tekening maken is. Sporten helpt mij tussen school door mijn gedachtes leeg te maken en mijn energie kwijt te raken. In 2022 liep ik de Almere City Run en werd ik vierde op de tien kilometer. Helaas scheurde ik eind 2023 mijn kruisband tijdens het voetballen. Dat was een lastige tijd voor me omdat ik niet meer kon sporten en ik wat achterstand opliep op school. Ik besloot om mijn baan bij de Albert Heijn stop te zetten en mij te focussen op school en leuke dingen doen met mijn vriendin, zoals een mooie reis door Europa in de zomervakantie. Sinds mijn blessure combineer ik wielrennen met hardlopen. Vanuit Lelystad fiets ik graag door de Oostvaardersplassen naar Almere en weer terug.

Ik zit inmiddels in het derde jaar van mijn bachelor Rechtsgeleerdheid in Leiden, maar breng het grootste deel van mijn tijd door in Lelystad. Ik woon op korte afstand van mijn vriendin en veel van mijn vrienden wonen in Lelystad met wie ik graag een drankje doe. Welke master ik straks wil gaan doen, weet ik nog niet precies. Misschien helpt dit nieuwe werk me wel om daarachter te komen. Ik kijk er naar uit om meer te leren over het brede aanbod aan onderwerpen en vraagstukken waarmee ik te maken zal krijgen. Ook kijk ik er naar uit om nieuwe mensen te ontmoeten. Collega’s waarvan ik kan leren en klanten die ik kan helpen.

Interview Sandra, maatschappelijk werker wijkteam

Sandra, je werkt sinds kort als maatschappelijk werker bij het wijkteam.

 

 

Kan je iets vertellen over wat jouw werkzaamheden inhouden?

 

De vragen die binnenkomen bij het wijkteam zijn divers van aard. AMW kan worden gevraagd om hulp/advies/doorverwijzing. Kan gaan om een aanvraag bij de Voedselbank, aanvraag 4de huisurgentie, hulp bij problemen met instellingen UWV, Gemeente, Belastingdienst, hulp bij financiële problemen, hulp bij een echtscheiding.

 

Het blijft echter maatwerk en dat betekent concreet dat de ene client al geholpen is met een doorverwijzing naar een reguliere organisatie/instelling maar de andere client meer gebaat is door samen een aantal voor hen passende acties in te zetten.

 

Wij leven inmiddels in een digitale samenleving hetgeen voor veel ouderen en mensen met een niet zichtbare beperking de nodige problemen kan opleveren. Kan betekenen dat de wereld om hun heen knap complex kan zijn wanneer zij bijv. online afspraken moeten plannen met instanties en niet goed weten hoe daarmee om te gaan. In het wijkteam is daar de nodige aandacht voor door het instellen van een administratief spreekuur waar niet alleen ouderen vanuit de wijk komen maar ook cliënten met een niet westerse achtergrond.

AMW werkt in het in wijkteam samen met verschillende disciplines, VMCA, MEE, opbouwwerk, Wmo, om cliënten (inwoners) zo goed mogelijk van dienst te kunnen zijn.

 

Waarin kan jij klanten/cliënten, die in een scheidingssituatie zitten, ondersteunen?

AMW kan ondersteunen in het emotionele proces van een client(en) en daarnaast uitleg en advies geven in de te nemen stappen in hun scheidingssituatie.

Doorspreken met client(en) wat men kan verwachten in het proces op het gebied van financiën, huisvesting, zijn er kinderen bij betrokken, inzet mediator.

AMW verwijst client(en) voor juridische vragen door naar de Wetswinkel Almere.

De Wetswinkel werkt samen het AMW en de hulpverlening. Hierdoor kan er snel worden geschakeld –bijv. maken van een afspraak-en is collegiaal overleg met de Wetswinkel, indien nodig, altijd mogelijk.

 

De Wetswinkel werkt, met name in scheidingssituaties, samen met het AMW.

 

Wat is jouw ervaring hiermee?

Mijn ervaring is dat de Wetswinkel bereid is om maatwerk voor de client/ inwoner te leveren.

Het AMW wordt goed op de hoogte gehouden in eventuele wetswijzigingen.

En daarbij de mogelijkheid krijgt om te kunnen worden bijgeschoold.

Fijn dat er een korte lijn is met de Wetswinkel. Medewerkers zijn benaderbaar, transparant en kunnen hun expertise in de vaak lastige (v) echtscheidingssituaties juridisch zorgvuldig onderbouwen.

 

 

Wat zou jij de intakers van de Wetswinkel willen meegeven als het gaat om advisering van een hulpvraag inzake (echt)scheiding?

 

“Keep up the good work!”

 

 

Nieuw bewijsrecht: Wet vereenvoudiging en modernisering bewijsrecht

Per 1 januari 2025 trad het nieuwe bewijsrecht in werking, kamerstuk 35498, staatsblad 2024,62.

Met dit wetsvoorstel wordt het bewijsrecht in civiele procedures gemoderniseerd en efficiënter en effectiever gemaakt. Bewijsrecht regelt wanneer en hoe partijen in een civiele procedure bewijs mogen of moeten leveren van de feiten die door partijen worden gebruikt ter onderbouwing van hun vordering of verweer.

Informatievergaring en bewijsverzameling:

Het voorstel vult de waarheids- en volledigheidsplicht aan waardoor er meer nadruk gelegd wordt op de informatievergaring en bewijsverzameling voorafgaand aan de procedure.

De rol van de rechter bij waarheidsvinding:

Daarnaast wordt de rol van de rechter bij de waarheidsvinding verduidelijkt. Zo krijgt hij de bevoegdheid om binnen de grenzen van de rechtsstrijd met partijen de feitelijke grondslag van hun vordering, verzoek of verweer te bespreken.

En verder:

Ten slotte wordt het inzagerecht opgenomen in de wettelijke regeling van de bewijsmiddelen, worden de voorlopige bewijsverrichtingen samengevoegd tot één verzoek, het proces-verbaal van constateringen als bewijsmiddel toegevoegd en voorziet het voorstel in de mogelijkheid van het leggen van conservatoir bewijsbeslag.

Het nieuwe bewijsrecht geldt (artikel X11A) niet voor zaken die voor 1 januari 2025 aanhangig zijn gemaakt, lees is gedagvaard.

Minderjarig en trouwen

Ik ben 19 en mijn vriendin 17. Wij willen nu dolgraag trouwen en een gezin stichten. Maar haar ouders zijn daar op tegen. Kunnen wij dan in het buitenland trouwen?

 

In Nederland moet je minimaal meerderjarig zijn om te mogen trouwen. Hiervan kan niet worden afgeweken. Ook niet als haar ouders dit huwelijk wel goed vinden. In sommige landen kunnen minderjarigen wel trouwen. Maar het is dan de vraag of dat huwelijk in Nederland wordt erkend. Dat wordt het niet als de erkenning kennelijk onverenigbaar is met de openbare orde. Dat is het in ieder geval als een van jullie nog niet meerderjarig is op het moment dat jullie in het huwelijksbootje stappen. Maar als jullie erkenning vragen en jouw echtgenote is op dat moment wel meerderjarig, kan het wel worden erkend. Ik zie dan niet het nut om in het buitenland te gaan trouwen. Het is de vraag hoe de verhoudingen binnen de familie zullen worden. Jullie zouden er ook voor kunnen kiezen om te wachten tot zij 18 is. Overigens is het voor de wet niet nodig getrouwd te zijn om een gezin te stichten. Je kan het kind zelfs voor de geboorte erkennen en na erkenning krijgt de meerderjarige ouder automatisch gezag. En de tussenliggende tijd kan je gelijk gebruiken om voor voldoende financiën, huisvesting en wellicht schooldiploma te zorgen.

 

Ingrid Maste
Hillen van Tol
Advocaten Mediators

Naar school of naar moeder?

Onze drie kinderen wonen na de scheiding bij mij. Hun moeder is naar het buitenland vertrokken. De rechtbank heeft bepaald dat de kinderen ieder weekend en de maandag bij hun moeder zijn. Zij haalt en brengt ze. De oudste is binnenkort leerplichtig. De moeder is niet bereid de omgangsregeling aan te passen omdat dit ten koste gaat van haar tijd met hen. Wat nu?

 

Duidelijk is dat wanneer uw kind naar school moet, deze wettelijke verplichting voorgaat op de omgang met de moeder. Als uw kind niet naar school gaat handelt u in strijd met de leerplichtwet. Jammer dat de moeder niet bereid is de regeling aan te passen. Als dat is omdat zij minder tijd met de kinderen heeft, dan kan wellicht een oplossing gevonden worden in een andere verdeling van de vakantiedagen. Maar als dat ook niet lukt, dan zal je terug moeten naar de rechtbank om daar een andere regeling te vragen. Nu de leerplicht snel eraan komt, kan dat in een kort geding. Of de aanpassing alleen voor de oudste moet, of voor alle kinderen, is een overweging. Want is het in het belang van de andere twee kinderen dat zij terug rijden naar Nederland om de oudste te brengen, dan weer terug te rijden en een dag later zelf weer thuisgebracht te worden? Of heeft moeder oppas bij haar thuis?

Ingrid Maste
Hillen van Tol
Advocaten Mediators

Voor ontbinding wegens wanprestatie gelden zware eisen

Door: mr. Gérard Koopal, senior intaker, lid NVRA

 

Een werkgever (gemeente) verzoekt het UWV om een ontslagvergunning wegens langdurige arbeidsongeschiktheid van een werkneemster (ambtenaar). Dit wordt afgewezen omdat de werkneemster ook nog ergens anders werkte en daar niet is uitgevallen. Werkgever was van het andere dienstverband niet op de hoogte gesteld en verzoekt daarom nogmaals om ontbinding van de arbeidsovereenkomst echter nu op grond van wanprestatie. (Art. 6:265 BW)

De kantonrechter, die zich daarover buigt, is van mening dat voor toewijzing van ontbinding op grond van wanprestatie vereist is dat er sprake moet zijn van een ernstige, verwijtbare vorm van wanprestatie.

Daar het wettelijk stelsel bescherming biedt aan een werknemer, moet de werkgever aantonen dat er ernstige wanprestatie is gepleegd door de werknemer. Dit moet grenzen aan een dringende reden, zoals ontslag op staande voet. De werknemer moet dus structureel of in ernstige mate niet voldoen aan de verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst.  Aan deze grondslag worden dus hogere eisen gesteld dan aan ernstig verwijtbaar handelen.

In dit geval meende de kantonrechter dat daaraan was voldaan. De werkneemster was tijdens haar arbeidsongeschiktheid bij een andere werkgever aan het werk gegaan. Dit had werkneemster gedaan zonder medeweten van haar werkgever en de bedrijfsarts. Nadat zij hiermee werd geconfronteerd heeft zij een ongeloofwaardig verhaal opgehangen en geen openheid van zaken willen geven. Werkneemster heeft niets verteld over haar verbeterde gezondheid en daardoor dubbel salaris ontvangen. Zij heeft daarmee haar werkgever financieel benadeeld. Door niet open en transparant te communiceren heeft werkneemster in strijd gehandeld met de Ambtenarenwet, de gedragscode en het Verzuimprotocol dat voor haar gold. Dat zij het te veel verdiende salaris direct heeft uitgegeven zodat het te veel ontvangen salaris terugbetaald kon worden, vindt de kantonrechter extra kwalijk.

De kantonrechter oordeelt dat de arbeidsovereenkomst wordt ontbonden per direct, de werkneemster moet een schadevergoeding betalen aan de werkgever, vermeerderd met de wettelijke rente tot de dag van volledige betaling, en de proceskosten.