Ontslag op staande voet wegens Facebookbericht

De werknemer plaatst voor de derde keer een negatief bericht op Facebook over zijn werkgever. “Werkse ik wordt betaald shijt aan ze kankeren [werkgever] schaam je rot”. Niet chique. De werkgever ontslaat de werknemer op staande voet. Zou moeten kunnen toch? Het was niet de eerste keer en de werknemer was al gewaarschuwd voor de eerdere gedragingen.

De kantonrechter te Almere oordeelt anders. De werknemer was namelijk arbeidsongeschikt, en het was aannemelijk dat de arbeidsongeschiktheid voortkwam uit psychische klachten. De werknemer was enkele maanden daarvoor nog gedwongen opgenomen. Het was de werkgever bekend dat de stressvolle situatie op werk kon zorgen voor een verslechtering van zijn medische situatie. In plaats van een ontslag op staande voet had de werkgever met de werknemer in gesprek moeten gaan over zijn boosheid en frustraties en ze hadden wellicht afspraken kunnen maken over het gebruik van de social media door de werknemer. De rechter woog ook nog mee dat de werknemer een Facebook account gebruikte onder een andere naam. Weliswaar zaten er ook enkele collega’s in zijn contactenlijst, maar die waren op de hoogte van de medische situatie van de werknemer.

De werkgever heeft de persoonlijke (medische) situatie van de werknemer onvoldoende mee laten wegen in het opleggen van de sanctie, aldus de rechter, en het ontslag op staande voet wordt vernietigd. De werkgever vangt ook bot in zijn ontbindingsverzoek. De werknemer blijft in dienst en de re-integratie moet weer hervat worden.

Mick Hurks
Partner bij Höcker Advocaten

Zijn afspraken over termijn alimentatie geldig?

Met mijn ex heb ik een echtscheidingsconvenant opgemaakt. Daarin hebben we afgesproken dat hij mij tot zijn pensioen alimentatie zou betalen. Daarna ontvang ik een deel van zijn pensioen. Hij zegt dat de wet is gewijzigd en dat hij nu na 5 jaar mag stoppen met betalen.

 

De wet geeft aan hoe lang een plicht voor partneralimentatie loopt. En de termijn hangt ervan af wanneer je bent gescheiden. Is dat vóór 1 januari 2020 dan is de termijn 12 jaar.

Zijn jullie na 1 januari 2020 gescheiden, dan is de alimentatietermijn gelijk aan de helft van de tijd dat jullie waren getrouwd met een maximum van 5 jaar. Daarop zijn nog wel uitzonderingen: als de kinderen jonger zijn dan 12 jaar of jouw ex geboren is vóór 1 januari 1970 én binnen 10 jaar na scheiding AOW krijgt: dan tot dat moment. De langste termijn geldt.

Maar in onderling overleg mag je in een convenant van deze termijnen afwijken. Als jullie bij het opmaken van het convenant zijn ingelicht door een advocaat of notaris, wordt aangenomen dat jullie bewust zijn afgeweken van de termijnen. Dan is de afgesproken termijn geldig. Hebben jullie samen een convenant gemaakt en wisten jullie niets over de termijnen, dan zou een rechter kunnen oordelen dat de wettelijke termijn geldt. Welke termijn hangt af van de scheidingsdatum. Een wetswijziging betekent niet dat nieuwe termijnen op oude situaties van toepassing worden.

 

Ingrid Maste
Hillen van Tol
Advocaten Mediators

Acceptatie (grote) eurobiljetten is geen verplichting

(art. 6:74, 6:112 BW, 16 VEU)

Het zal niemand verbazen dat sommige bedrijven geen (grote) geldbiljetten meer willen aannemen.

Vooral de veiligheid van personeel (overvallen) alsmede het risico van vals geld, is van belang en dat willen bedrijven graag vermijden. De voorkeur gaat tegenwoordig uit naar pinnen.

Meestal wordt de weigering van grote biljetten bij de ingang, de kassa of anderszins aangegeven met een bordje of aanwijzing.

De winkelier is niet verplicht grote biljetten te accepteren als het maar duidelijk wordt aangegeven. Dit is een algemeen bekend feit waar men als koper rekening mee moet houden.

Een automobilist, die tankte bij een benzinestation voor € 125,00 aan benzine, wilde met een biljet van € 200,00 betalen maar dit werd geweigerd door het benzinestation. Hiervoor werd door het benzinestation verwezen naar het bordje bij de deur waarop duidelijk aangegeven stond dat men geen grote geldbiljetten accepteerde. Op de pomp zelf stond geen mededeling dat men geen grote biljetten accepteerden, hetgeen bij andere benzinestations wel gebruikelijk is daar anders de koop niet meer ongedaan gemaakt kan worden. (Je kunt moeilijk de benzine weer uit de tank van de auto halen. Een zogenaamde onomkeerbare aankoop.)

De automobilist nam hiermee geen genoegen en eiste acceptatie van het biljet van € 200,00. Op de vraag of hij niet anders kon betalen weigerde de automobilist elke andere vorm van betaling. Ook zijn naam en adres weigerde hij te verstrekken en vertrok zonder te betalen maar wel met de opmerking dat hij betalen kon en wilde maar dat alleen met het biljet van € 200,00 zou doen.

Het benzinestation ging daarvoor naar de rechter die hen gedeeltelijk gelijk gaf. Er was geen verplichting tot acceptatie maar de rechter vond wel dat er op alle pompen een dergelijke verwijzing had moeten staan. Een kostenverhoging van het bedrag met administratie- en gerechtskosten, uitgezonderd het tenaamstellingsonderzoek a € 20,00, werd daarom niet toegekend. De rechter vond echter wel dat de automobilist rekening had moeten houden met een bekend feit dat niet overal grote biljetten worden geaccepteerd. Ook had de automobilist, die dichtbij het benzinestation woonde, op een andere manier kunnen betalen.

De rechter meende overigens dat hier geen sprake was van een onrechtmatige daad maar van niet-nakoming.

Mr. Gérard Koopal

 

Bron: Prg. 2024/1: ECLI:NL:RBOBR:2023:5112

Mag ik kosten kleding in mindering brengen op de kinderalimentatie?

De kinderen wonen bij hun moeder. Maar als zij bij mij komen, geeft moeder nooit kleren mee. Ik moet steeds kleren kopen. Mag ik dat in mindering brengen op de kinderalimentatie?

 

Je betaalt kinderalimentatie aan moeder, waar de kinderen ook hoofdverblijf hebben. Dat betekent ook dat die ouder moet zorgen voor alle verblijfoverstijgende kosten, waaronder kleding. Van moeder mag worden verwacht dat zij er voor zorgt dat er voldoende kleding beschikbaar is voor de kinderen in de tijd dat zij bij jou zijn. Zij moet dat dus meegeven. En jij moet er bij de volgende overdracht voor zorgen dat de kleding mee terug gaat. Maar als moeder daar niet voor zorgt, mag je niet zelfstandig de door jou gekochte kleding in mindering brengen op de alimentatie. Je zou het wel aan de rechter kunnen voorleggen. Je kan ook vragen of de rechter wil bepalen dat moeder geschikte kleding meegeeft op straffe van een dwangsom. Je moet wel voor voldoende bewijs zorgen dat ze geen kleding of niet geschikte kleding meegeeft. Bij niet geschikt kan je denken aan te warme, koude of te kleine kleding. Omdat procederen kostbaar kan zijn, adviseer ik je eerst met moeder in gesprek te gaan. En zolang jij kleding koopt, zal zij het wel best vinden.

Ingrid Maste
Hillen van Tol
Advocaten Mediators

Beslag op AOW dankzij Wetswinkel teruggedraaid

Begin dit jaar kwam cliënte via het Wijkteam bij ons. Een deurwaarder was langs geweest en legde beslag op de uitkering van cliënte. Het betrof een schuld die jaren geleden is afgelost, aldus cliënte. Wat deed de Wetswinkel waardoor het beslag tóch werd teruggedraaid?

Een zeker incassobureau was destijds belast met het innen van een energie achterstand. Het bureau ging echter failliet en liet een uiterst gebrekkige administratie achter. De uitstaande vorderingen werden overgenomen door een ander incassobureau, welke ook weer failliet ging.

De huidige deurwaarder, met naar eigen zeggen zo’n 270 werknemers, legde beslag op de AOW uitkering van mevrouw, met als enige argumentatie “we hebben een gerechtelijke uitspraak (2016)”.

De Wetswinkel is gaan bellen en toen dat niet hielp gaan corresponderen met het betreffende deurwaarderskantoor. Aangezien de vordering van jaren geleden was heeft de Wetswinkel gesteld dat de deurwaarder dan maar moet bewijzen dat er geen aflossing heeft plaatsgevonden. Dat weigerde de deurwaarder, weer verwijzende naar het vonnis uit 2016. Uiteindelijk leverde de Wetswinkel zelf het bewijs!

Resultaat: vordering ingetrokken, beslag teruggedraaid en cliënte heel blij met de Wetswinkel. Hulde aan de vrijwilliger die hier veel vrije tijd in heeft gestoken!

Algemene Voorwaarden consument onder vuur

Vooral vorig jaar zijn er zaken, betreffende Algemene Voorwaarden, door rechters beoordeeld op hun merites en daar kwamen voor de consument leuke conclusies uit.

In het arrest Prg. 2024/61 was de rechter van oordeel dat de invorderings- en incassokosten, vermeerderd met de wettelijke rente, die door Zilveren kruis in rekening waren gebracht bij een klant met betalingsachterstand op basis van hun Algemene Voorwaarden oneerlijk waren. Deze mochten niet in rekening worden gebracht omdat deze niet gespecificeerd, noch aan een maximum waren gebonden. Met dit beding tracht Zilveren Kruis meer dan de wettelijke buitengerechtelijke kosten in rekening te brengen. Volgens de rechter is dat oneerlijk. Ook kan Zilveren Kruis (na deze uitspraak) niet meer terugvallen op de wettelijke regeling omtrent incassokosten. De consument is dus niet gebonden aan de geëiste invorderings- en incassokosten en hoeft alleen de wettelijke rente (1,44) te betalen.

In dezelfde Prg. (2024/62) staat ook een arrest over een advocatenkantoor dat met een consument een overeenkomst had gesloten waarin stond dat de kosten (Lees: gewerkte uren) overeenkomstig een uurtarief in rekening zouden worden gebracht. De vraag was of dit als een oneerlijk beding in de zin van het Europees consumentenrecht moet worden gezien. De rechtbank oordeelt dat dit een kernbeding is in de Algemene Voorwaarden volgens de EU-richtlijn. Volgens het Hof van Justitie van de Europese Unie (12 januari 2023) is het enkel noemen van een uurtarief niet transparant. De advocaat diende de consument vooraf voldoende informatie te verstrekken zodat deze een beslissing kan nemen. In dit geval is het kostenbeding niet transparant en oneerlijk. Een advocaat is verplicht volgens de regels van de advocatuur vooraf een inschatting te geven van de te verwachten tijdsbesteding en dus het totale bedrag aan kosten. De rechtbank oordeelt deze constructie dan ook als onredelijk bezwarend. Het kostenbeding wordt vernietigd waardoor het wordt geacht nooit te hebben bestaan.

In het hierboven genoemde arrest wordt de term ‘kernbeding” genoemd. Dit is een belangrijk beding in de algemene voorwaarden en de rechter hoeft deze alleen maar te toetsen in consumentenzaken als deze niet transparant zijn op basis van een uitspraak van het Europese Hof van Justitie van 12 januari 2023 (ECLI:EU:C:2023:14) Het gaat dan om bedingen die duidelijk en begrijpelijk moeten zijn geformuleerd voor consumenten. Anders gezegd: het beding moet transparant zijn. Op basis van deze uitspraak van het HvJEU moet iemand op basis van een vooraf gestuurde offerte of bevestiging kunnen beoordelen hoeveel de totale kosten bij benadering zijn of worden. (Inschatting financiële consequenties)

In dezelfde sfeer is ook het arrest van de kantonrechter te Amsterdam tegen een advocatenkantoor.

Mr. Gérard Koopal

Senior intaker Wetswinkel Almere

Wel/geen kinderontvoering?

Met mijn Spaanse vriend en ons zoontje wonen wij in Nederland. Ik heb hier mij eigen woning en werk. We zijn pas op vakantie gegaan naar Spanje. Daar heeft mijn vriend een eind gemaakt aan onze relatie. Nu mag ik van hem niet terug naar Nederland met ons zoontje. Hij zegt dat dit kinderontvoering is en heeft alvast aangifte gedaan. Ook heeft hij onze paspoorten ingenomen. Valt hier wat tegen te doen?

Als beide ouders gezag hebben over hun kind, mag je niet zonder toestemming van de ander gezagsbeslissingen nemen, zoals een verhuizing (naar het buitenland). Jullie zijn op vakantie gegaan en hebben niet besloten te emigreren. Dat maakt dat de gewone verblijfplaats van jullie zoontje in Nederland ligt. Volgens het Kinderontvoeringsverdrag is er sprake van een internationale kinderontvoering als een kind vanuit zijn gewone verblijfplaats is overgebracht naar – of achtergehouden in – een ander land, zonder toestemming van de andere ouder met gezag. Terugkeer vanuit Spanje naar Nederland is dan geen kinderontvoering. Je brengt hem immers terug naar het land van zijn gewone verblijfplaats. Zonder paspoorten kan je niet vliegen. En voor een vervangend reisdocument bij de Nederlandse ambassade in Spanje, heb je toestemming van je ex nodig. De aangifte lijkt mij niet correct. Er is immers geen strafbaar feit gepleegd. Om problemen te voorkomen: snel met de auto terug naar Nederland. En dan meld je bij je gemeente dat jij de paspoorten niet meer hebt en vraag je bij de rechter vervangende toestemming voor een nieuw reisdocument voor jullie zoontje en vaststelling hoofdverblijf bij jou. Goede reis.

 

Ingrid Maste

Hillen van Tol
Advocaten Mediators

Puppie love

(Art. 3:86 lid 1, 3:119 lid 1, 5:18, 7:414 BW)

Moeder koopt van een fokker een pup voor haar dochtertje. Helaas kon de dochter niet wennen aan de pup en moeder zag zich genoodzaakt een oplossing te vinden.

Moeder gaf daarop de pup met mand en speeltjes terug aan de fokker met de opdracht aan de fokker om voor de pup een lieve familie te vinden.

Dochter kreeg echter spijt van haar beslissing en vroeg aan moeder om de pup terug te halen. Helaas voor moeder en dochter was de pup inmiddels verkocht en geleverd aan een lieve familie conform de opdracht.

In eerste instantie wordt de zaak voorgelegd aan de kantonrechter die alle vorderingen van de moeder afwijst. Moeder stelt daarop in kort geding tegen de koper een revindicatie (terugvorderingsactie) in en vordert tevens ongedaan making van de gewijzigde registratiegegevens van de chip die geïmplanteerd was in de pup.

Volgens moeder was de koper niet te goeder trouw omdat de fokker niet beschikkingsbevoegd was de pup te verkopen en de koper dit wist omdat de opdracht luidde een lieve familie te zoeken voor de pup.

Het hof oordeelt dat de koper als bezitter dient te worden beschouwd en als zodanig het wettelijk vermoeden als eigenaar te gelden tenzij de koper niet te goeder trouw was. De moeder dient dit te bewijzen.

Het hof meent dat de opdracht om een lief gezin te vinden voor de pup geen eigendomsoverdracht is maar een lastgeving. Deze lastgeving kan volgens het hof niet anders worden begrepen dan de pup weg te geven of te verkopen.

Helaas voor de moeder en dochter bleef de pup dus bij de koper.

Deze uitspraak toont aan dat een dergelijk verzoek moet worden beschouwd als een lastgeving. Degene die dit aanvaard wordt daarmee niet beschikkingsbevoegd maar moet wel volgens de lastgeving handelen. Dat kan weggeven of verkopen, zoals hier, omvatten.

 

Mr. Gérard Koopal

 

Bron: Prg. 2024/17

Verkeerde keuken aangepast

Vanwege haar handicap had onze bejaarde klant destijds een aangepaste keuken gekregen van de woningbouw. De woningen waren toe aan renovatie en de door de woningbouw ingeschakelde aannemer zegde mondeling toe dat onze klant haar aangepaste nieuwe keuken zou krijgen. Niets aan de hand dus.

 

Toen de renovatie af was, bleek echter dat de aangepaste keuken niet bij de klant maar bij haar buurvrouw was geplaatst. De buurvrouw was er blij mee, maar had er niet om gevraagd. Onze klant klopte aan bij de beheerder en gaf aan dat er een misverstand moest zijn. Zij vroeg of haar keuken alsnog kon worden aangepast, want zo kon zij zich niet vrijelijk bewegen door haar handicap. Volgens de beheerder was er geen sprake van een misverstand, want nergens stond aangegeven dat de keuken moest worden aangepast.

De klant en Maatschappelijk Werk richtten zich tot de Wetswinkel. Op de eerste schriftelijke actie werd echter negatief gereageerd. Men verwees naar de eerdere mondelinge en schriftelijke reacties naar de klant toe. Daarin stond dus dat er geen sprake van een misverstand was. Wel werd toegestaan dat klant tegen eigen kosten, de keuken mocht aanpassen. Dat kon klant echter niet betalen.

De buurvrouw was bereid te getuigen dat onze klant het verzoek wel degelijk had gedaan. Zij was daarbij aanwezig geweest. Zij gaf in haar getuigenis aan blij te zijn met de aangepaste keuken, maar daar niet om te hebben gevraagd en lichtte de omstandigheden toe.

Wij hebben toen weer een dringend beroep gedaan op de beheerder en de verhuurder om toch voor aanpassing te zorgen nu er toch duidelijk sprake was van een misverstand.

Namens de verhuurder gaf de beheerder uiteindelijk aan hierin mee te gaan. De keuken is inmiddels aangepast en de klant kan zich als vanouds goed bewegen in de keuken.

Conclusie: hoewel de juridische argumenten niet sterk waren, hebben wij het verschil kunnen maken.

Geweigerde urgentieverklaring

Het Vierde Huis is de gemeentelijke instantie die is belast met het beoordelen en afgeven van urgentieverklaringen. Het weigerde een gezin met vijf kinderen een urgentieverklaring. Het gezin bewoont een klein appartement. Zij hebben dat zo goed mogelijk aangepast aan de omstandigheden, maar het is te klein. Het Vierde Huis heeft het besluit nauwelijks gemotiveerd en is niet ingegaan op deskundigenverklaringen. Wel vonden zij dat de ouders beter aan geboortebeperking hadden kunnen doen.

 

Einde van een droom:

Sinds het gezin het appartement betrok is de situatie erg veranderd. De financiële situatie was gezond en het echtpaar overwoog een eigen huis te kopen, gericht op gezinsuitbreiding. Alles veranderde toen eerst de vrouw haar baan verloor en later de man. Zij belanden in de WSNP en krabbelden weer langzaam op. De man vond een baan, zij het tegen een lager salaris dan eerst. Inmiddels had gezinsuitbreiding plaatsgevonden, omdat het gezin hoop op betere tijden behield. Langzaamaan werd duidelijk dat de kinderen een lichte beperking hadden.

Zorg voor de kinderen:

De kinderen zitten op een speciale school. Het gezin wordt begeleid door Jeugdzorg en Maatschappelijk Werk. Met een degelijke begeleiding kunnen zij de achterstand inhalen en een normaal gezinsleven leiden. Het is nodig dat zij in een stabiele omgeving wonen, met ruimte voor het individuele kind. De zorg kost echter veel tijd.

De zoektocht, de begeleiding en de afwijzing:

Het zoeken naar een passende woning is een hele opgave. Telkens worden zij afgewezen of uitgeloot. De verschillende deskundigen staan volledig achter de urgentieaanvraag. Het Vierde Huis wijst toch af, al wordt erkend dat de situatie niet benijdenswaardig is. Zij vindt de situatie niet nijpender dan vele andere situaties. Ook de uitzonderingsregel komt niet in aanmerking. Het Vierde Huis vindt dat het gezin zelf schuld draagt aan de situatie. Zij hadden beter gezinsbeperkende maatregelen kunnen nemen.

Betrokkenheid Wetswinkel:

De ouders en Maatschappelijk werk, vroegen advies aan de Wetswinkel bij het schrijven van een bezwaarschrift. Na overleg besloten wij het bezwaarschrift te schrijven.

Het bezwaarschrift:

Wij waren van mening dat het Vierde Huis de richtlijnen oneigenlijk heeft toegepast. Verder vonden wij het uiterst ongepast en een inmenging in de persoonlijke levenssfeer dat een opmerking werd gemaakt over de geboortebeperkende maatregelen die het gezin maar had moeten nemen.

Wij bestreden dat de uitzonderingsregel niet van toepassing was. Ondersteunend was dat er volstrekt niet werd ingegaan op de verschillende deskundigenverklaringen. Het afgeven van de urgentieverklaring zou een preventieve werking hebben, doordat de ontwikkeling van de kinderen uiteindelijk tot lagere kosten zouden kunnen leiden.

De Uitkomst:

Het gezin mocht het bezwaarschrift tijdens de zitting komen toelichten. Toen bleek dat onder meer de deskundigenverklaringen niet eens waren gelezen en het Vierde Huis ook op andere punten had gefaald.  De urgentieverklaring is afgegeven en het gezin krijgt voorrang op de toewijzing van een passende woning en zal daarbij worden ondersteund.

Conclusie: Met een beetje extra inspanning kan de Wetswinkel dus het verschil maken!