TOPADVOCAAT VOOR ACTIETARIEF

Nu is je kans om een gespecialiseerde familierechtadvocaat in te schakelen tegen een actietarief. Dit tarief ligt € 46 per uur lager dan normaal en geldt voor de eerste 25 uur. Waarom deze actie? Uit onafhankelijk onderzoek door een overheidscommissie is gebleken dat advocaten die met gefinancierde rechtsbijstand werken al jaren fors onderbetaald worden en dat zij een te laag inkomen krijgen. Advocaten krijgen voor een echtscheiding op tegenspraak maar 10 punten. Per punt ontvangen we ongeveer € 108 Bruto. Een gemiddelde echtscheiding op tegenspraak kost mij 25 uur. Dat betekent dat we circa € 43 per uur bruto verdienen. Daar moet dan nog van af de belasting, de verplichte contributies aan de Orde van Advocaten, de kantoorkosten, huisvesting, verplichte cursussen, pensioenvoorzieningen en personeelskosten. de Raad voor Rechtsbijstand eist voor deze fooi als beloning wél dat we zijn gespecialiseerd. Voor heel veel werkzaamheden wordt geen vergoeding toegekend. Als reiskostenvergoeding om naar een zitting te gaan ontvangen we € 0,09 per kilometer. Een treinkaartje kost meer. Naast de door de Raad voor Rechtsbijstand opgelegde eigen bijdrage mogen we geen (extra) vergoeding voor ons werk vragen aan de cliënten. En als een advocaat veel tijd steekt om in onderling overleg een scheiding goed tot stand te brengen en zelfs een mooi convenant op te stellen, wordt de vergoeding zelfs gekort met drie punten! De minister weigert sociaal advocaten meer te betalen. Daarom zal ik als actie de laatste drie maanden van dit jaar geen cliënten op basis van gefinancierde rechtsbijstand aannemen, maar hanteer ik voor nieuwe én bestaande cliënten mijn actietarief van € 160 ex btw/€ 193,60 inclusief btw per uur voor de eerste 25 uur vanaf 1 oktober 2019. Ik reken geen kantoorkosten.

Wanneer ben ik medehuurder van een woning?

foto: The Balance

Bent u getrouwd of heeft u een geregistreerd partnerschap en huurt uw partner een woning dan bent u automatisch medehuurder voor de duur dat u in dezelfde woning woont (hoofdverblijf heeft in de woning).

Op het moment dat de huurder uit de woning vertrekt dan wordt de medehuurder automatisch huurder. Dit geldt ook in het geval dat het huwelijk of geregistreerd partnerschap gesloten is maar u partner al in de woning woonde (huurovereenkomst bestond al).

Heeft u kinderen of een partner waarmee u geen huwelijk of geregistreerd partnerschap heeft gesloten? Dan is deze persoon niet automatisch medehuurder. U zult in dat geval een verzoek in moeten dienen bij de verhuurder voor medehuurderschap.

Wat zijn de gevolgen van medehuurderschap?

De medehuurder is samen met de huurder hoofdelijk aansprakelijk voor alle uit de huurovereenkomst voorvloeiende verplichtingen, zoals het tijdig betalen van de huur.  Het is dus niet zo dat de huurder en medehuurder allebei voor de helft van de huurprijs aansprakelijk zijn maar zij zijn beide volledig aansprakelijk voor het volledige bedrag van de huur, ook wel hoofdelijk aansprakelijkheid genoemd.

Het is dus altijd van belang dat wanneer u medehuurder of huurder bent en niet meer in de woning woont, u dit kenbaar maakt aan de verhuurder. Doet u dit niet en de huurder of medehuurder betaalt bijvoorbeeld zijn of haar huur niet, dan blijft u ook hoofdelijk aansprakelijk voor het betalen van de huur(achterstand).

Heeft u een vraag over huurrecht of een andere juridische vraag? Dan bent u altijd welkom op één van onze spreekuren.

Als het water je tot aan de lippen staat…

Ondergedompeld…

Schuldig!

In Nederland zitten naar schatting 1.4 miljoen huishoudens in de schuld. Dat is 1 op de 5 huishoudens! In Almere is het percentage mensen met schulden ongeveer gelijk aan het landelijk gemiddelde. Elk jaar opnieuw komen er zo’n 1500 huishoudens in de schuldsanering terecht.

Nog altijd rust op het hebben van schulden een gigantisch taboe. Mensen die ’t financieel niet kunnen bolwerken vragen vaak pas hulp als het te laat is. Gemiddeld zitten ze dan al zo’n vijf jaar in de schulden en hebben ze € 43.000,- schuld bij dertien verschillende schuldeisers. Het gevaar van (te) lang wachten is dat zelfs kleine schulden groot worden. Dat komt door een stapeling van boetes en kosten.

Slecht voorbereid
Schulden kunnen onder andere ontstaan door ingrijpende gebeurtenissen als een echtscheiding, geboorte van een kind, 18 jaar worden, baanverlies, pensionering of de dood van een partner. Als gevolg daarvan kunnen er een grote veranderingen ontstaan in uitgaven of inkomsten. En een aanpassing aan de nieuwe situatie is soms moeilijk of niet snel te realiseren. Denk aan een verhuizing, of het juist niét kunnen verhuizen vanwege een tekort aan passende woningen of het opzeggen van contracten. Mensen zijn zich vaak onvoldoende bewust van financiële risico’s en zijn dan ook slecht voorbereid op consequenties van zulke life-events.

Persoonlijke ramp
Niet zelden raken ze dan in de schulden. Als dat gebeurt, betekent dat meestal een persoonlijke ramp. Het gezins- en sociale leven lijdt eronder, net zoals opleiding of carrière. Daarbij kost het vaak ongeveer een ton om iemand weer uit de schuldhulpverlening te krijgen. Schuldproblematiek gaat gepaard met veel schaamte en wordt teveel nog verzwegen. Terwijl het iedereen kan overkomen.

De aanpak in Almere
‘In Almere is het goed geregeld. De burger met schulden krijgt de aandacht die hij of zij nodig heeft,’ vertelt Annemiek Swart van Plangroep Almere. Plangroep heeft het mandaat in Almere voor het uitvoeren van de zogenaamde curatieve schuldhulpverlening. Maar naast de Groep zijn er veel sociale partners die samen een vangnet vormen voor mensen met schulden. Elke partner heeft een eigen rol en verwijst door wanneer nodig. De Wijkteams ondersteunen bij nagenoeg alle vragen op het gebied van zorg en welzijn. Bij het lezen van brieven, het contact opnemen met een schuldeiser, het inschakelen van psychische hulp tot het zoeken van (tijdelijke) huisvesting of vragen rond scheidingen. De Wetswinkel is er voor een ‘eerstelijns juridisch advies’ bij bijvoorbeeld echtscheidingen of baanverlies. Stichting Mee helpt mensen met een beperking. Het Zelfstandigenloket Flevoland richt zich op ondernemers. Het Gilde helpt mensen met hun thuisadministratie. En het project ‘Get a Grip’ van Humanitas biedt Almeerders tussen de 16 en 24 jaar hulp bij geldzaken.

Stabilisatie van schulden
‘De schuldbemiddelingstrajecten voor particulieren die niet meer uit hun schulden kunnen komen, worden echter alleen door Plangroep uitgevoerd,’ zegt Annemiek. Mensen kunnen zich hiervoor aanmelden bij Plangroep. Bij aanmelding moet je een vragenlijst invullen. Daaruit blijkt of direct schuldbemiddeling mogelijk is of dat eerst andere problemen opgelost moeten worden. Het kan om lopende financiële problemen gaan, maar ook om verslavingsproblematiek of problematiek op het gebied van de geestelijke gezondheidszorg. In deze gevallen verwijst Plangroep naar de afdeling Maatwerk Ondersteuning Schuld Stabilisatie (OSS) van de Schoor. Daar werken maatschappelijk werkers die gespecialiseerd zijn in geld- en schuldenproblematiek. De maatwerker werkt met een speciaal opgeleide medewerker van Humanitas en een sociaal raadsman of -vrouw in het Team Ondersteuning Schuldstabilisatie (TOSS). Zij helpen met de net genoemde problemen, met het op orde brengen van het dossier voor Plangroep of met zaken als loonbeslagen, belastingtoeslagen of mogelijke vrijstelling van belasting. Doel is om samen tot stabilisatie van schulden te komen, zodat de stap richting Plangroep gezet kan worden.

Ze laten zich niet zien…
Annemiek: ‘Er is een tamelijk grote groep mensen die wel schulden heeft, maar zich niet laat zien. Almere probeert deze mensen te bereiken en hen te bewegen zich eerder aan te melden.’ Dat gebeurt onder meer door samen met de wooncorporaties, de zorgverzekeraars en energieleveranciers aan vroege signalering te doen. Mensen met betalingsachterstanden bij één van deze partijen krijgen bezoek van een schuldhulpverlener die hulp aanbiedt. ‘De resultaten zijn heel positief,’ volgens Annemiek. ‘Maar beter is natuurlijk om schulden zoveel mogelijk te voorkomen. Daarom zetten we samen met onze zorgpartners in deze stad stevig in op preventie.’

Jongeren en geldzaken
De gemeente Almere hanteert een preventieve aanpak, die gericht is op financiële educatie van kinderen en jongeren. Volwassenen die als kind niet van hun ouders hebben geleerd hoe ze met geld moeten omgaan, blijken twee keer zo vaak betalingsachterstanden en -problemen te hebben. Zodra je in ons land 18 jaar wordt, ben je zélf verantwoordelijk voor je financiële verplichtingen, moet je een zorgverzekering afsluiten en mag je zorgtoeslag aanvragen. Wethouder Soetekouw geeft gastlessen op scholen en gaat met jongeren in gesprek over geldzaken. Ook sociale partners verzorgen gastlessen en workshops.

Niet goed op de hoogte
Margareth den Heeten is budgetcoach bij ROC Flevoland. Ze ondersteunt leerlingen bij hun financiële vraagstukken. Dat veel jongeren in meer of mindere mate in de schulden zitten, is haar niet vreemd: ‘Het geldt voor ongeveer 7% van de jongeren. Dat komt bijvoorbeeld doordat ze niet goed op de hoogte zijn van de toeslagen waarop ze recht hebben, doordat ze andere keuzes maken of moeite hebben om uit te komen met de studiefinanciering.’ Ook Margareth geeft voorlichting op school. ‘Ik vertel onder meer wat de gevolgen zijn als je je zorgverzekering niet betaalt. Daar kun je over twintig jaar nog last van hebben.’

Uitgeven wordt steeds makkelijker
Het valt Economieleraar Dennis Zoomer van de Meergronden op, dat sommige leerlingen volstrekt geen besef hebben van geld. Hij zegt: ‘Met digitaal geld heb je niets in handen. Het gaat allemaal automatisch en het uitgeven wordt steeds makkelijker.’ Daarom vindt hij het belangrijk om zijn leerlingen financieel bewust te maken en heeft hij een lesproject ontwikkeld. De leerlingen starten met een Swot-analyse van zichzelf, bepalen een toekomstige baan en brengen vervolgens hun financiële situatie in kaart, tot en met een begroting aan toe. Dennis: ‘Eigenlijk zou financiële educatie standaard deel uit moeten maken van elk schoolcurriculum.’

Ik ben Yamina


Mijn naam is Yamina Fatni en ik ben 20 jaar oud. Ik ben geboren in Almere en ik woon hier samen met mijn ouders. Na het behalen van mijn Havo diploma ben ik begonnen aan de studie HBO-rechten aan de Hogeschool van Amsterdam. Ik heb zojuist mijn derde studiejaar afgerond en ik zal volgend jaar afstuderen. Naast mijn studie heb ik voornamelijk gewerkt als tutor en examentrainer. Ook heb ik in de horeca en in de detailhandel ervaring opgedaan. In mijn vrije tijd ga ik naar de sportschool en ga ik graag uiteten met vrienden. Door mijn stage bij de gemeente Amsterdam realiseerde ik me dat ik me graag wil inzetten voor de burger. Daarom heb ik dan ook besloten om me als vrijwilliger in te zetten voor de inwoners van Almere. Ik kijk ernaar uit om aan de slag te gaan bij de Wetswinkel en een leerzame tijd tegemoet te gaan.

Even voorstellen: Angela

Even voorstellen: Mijn naam is Angela, 27 jaar en op dit moment studeer ik HBO-Rechten in deeltijd aan de Hogeschool Utrecht. Daarbij werk ik als juridisch medewerker in het arbeidsrecht.

In mijn werk pas ik voornamelijk het arbeidsrecht toe. Dit vind ik een heel interessant en uitdagend rechtsgebied. Aangezien er nog meer rechtsgebieden zijn die mij aanspreken en ik het leuk en belangrijk vind om iets voor de maatschappij te betekenen ben ik vrijwilliger geworden bij de Wetswinkel. Daarbij is het voor mij interessant om de kennis die ik tijdens mijn studie op doe in de praktijk te brengen en dit te blijven toepassen.

In het verleden heb ik gewerkt als assistent bewindvoerder en in de schuldhulpverlening. Daardoor weet ik hoe belangrijk en noodzakelijk het is dat mensen terecht kunnen voor juridisch advies zonder daar direct voor  hoeven te betalen. Dit is namelijk niet altijd mogelijk. Hoe mooi is het dan als wij als vrijwilligers gezamenlijk iets kunnen betekenen voor deze mensen.

Met een aantal collega-vrijwilligers heb ik al kennis gemaakt en tot nu toe bevalt het mij prima bij de Wetswinkel Almere. Hopelijk leer ik de andere vrijwilligers ook snel kennen!

Bijstandsuitkering met meerdere personen in een huis

Meerdere personen in een huis, wanneer heeft het gevolgen voor de bijstandsuitkering?

Door Karima van Maanen

Vaak vraagt men zich af of samenwonen een gevolg heeft voor het ontvangen van de bijstandsuitkering. Aan de hand van dit artikel zal ik dit proberen te verduidelijken. In de Participatiewet zijn voor deze situaties de kostendelersnorm en de gezamenlijke huishouding neergelegd. Deze zal ik hieronder bespreken.

In de wet is de kostendelersnorm neergelegd. Artikel 19a bepaalt dat een medebewoner van 21 jaar of ouder, gezien kan worden als een kostendelende medebewoner. Het gevolg hiervan is dat de uitkering op grond van kostendelersnorm van artikel 22a Participatiewet lager wordt. Zo is de norm voor een alleenstaande 1025,55 euro per maand. Woont een kostendeler bij hem of haar in? Dan wordt de uitkering
711,83 euro. Wonen er twee kostendelers? Dan wordt de uitkering
616,91 euro.

Zoals zichtbaar, hoe meer personen van 21 jaar of ouder in een huishouden wonen, des te lager de bijstandsuitkering. De achtergrond hiervan is dat de vaste lasten met elkaar worden gedeeld. Hierop worden wel uitzonderingen gemaakt. Dit betekent dus dat u met iemand van 21 jaar of ouder kunt wonen, waarbij de kostendelersnorm niet van toepassing is.

  • Dit is ingeval sprake is van een echtgenoot van de belanghebbende. Hierbij kan echter wel sprake zijn van een gezamenlijke huishouding.
  • Wanneer sprake is van een commerciële relatie met de belanghebbende. Hierbij kan gedacht worden aan iemand die inwoont bij de bijstandsgerechtigde en hiervoor een vast bedrag per maand aan huur of kosten betaalt. Een dergelijke overeenkomst kan zich niet voordoen bij een kind, grootouders, kleinkinderen of broers en zussen. Hierbij blijft dus de kostendelersnorm gelden.
  • Ook is sprake van een uitzondering indien er sprake is van een schriftelijke commerciële overeenkomst met een derde. Hierbij kan gedacht worden aan het gezamenlijk huren van een woning van een derde, waarbij de uitkeringsgerechtigde persoon en de ander huurder, onderhuurder of kostganger zijn.
  • De derde uitzondering doet zich voor indien de belanghebbende samenwoont met een student. In de wet is dan ook opgenomen welke studenten van 21 jaar en ouder worden uitgezonderd van de kostendelersnorm:
    • een student die studiefinanciering ontvangt of daarvoor in aanmerking kan komen;
    • indien aanspraak kan worden gemaakt op een tegemoetkoming scholieren of daarin in aanmerking voor kan komen; of
    • een beroepsopleiding wordt gevolgd.

Ook kan gesproken worden van een gezamenlijke huishouding zoals neergelegd in artikel 3 van de Participatiewet. Het gevolg hiervan is dat het inkomen van een partner gekort wordt op de bijstand. Verdient de ander meer dan de bijstandsnorm, dan heeft u geen recht meer op de bijstand. Als u gaat samenwonen met iemand die ook een bijstandsuitkering ontvangt, dan wordt de norm aangepast tot de norm voor gehuwden. Bij een gezamenlijke huishouding wordt vaak gedacht aan een affectieve relatie, maar dit hoeft niet zo te zijn. Denk aan een broer of zus die bij elkaar wonen. Ook kan gedacht worden aan twee goede vrienden van elkaar.

Er is sprake van een gezamenlijke huishouding indien voldaan wordt aan de volgende twee voorwaarden:

  • u heeft samen met een ander een hoofdverblijf in dezelfde woning; en
  • er wordt voor elkaar gezorgd of beiden dragen bij in de kosten van de huishouding. Dit kan blijken door middel van het leveren van een bijdrage in de kosten van de huishouding, maar ook anders. Denk hierbij aan het kopen van boodschappen voor elkaar.

Om te spreken van een hoofdverblijf in dezelfde woning moet het zwaartepunt van het persoonlijke leven van de twee personen zich in een woning bevinden (ECLI:NL:CRVB:2018:779). Hierbij wordt gekeken naar de feiten en omstandigheden. Hierbij kan gedacht worden aan de vraag hoe vaak de ander op het adres van de uitkeringsgerechtigde persoon verblijft.

Ook noemt de wet gevallen waarin een gezamenlijke huishouding aanwezig wordt geacht. De belanghebbende en een ander dienen dan hun hoofdverblijf in hetzelfde huis te hebben en: 

  • twee jaar voorafgaand aan de aanvraag met elkaar getrouwd zijn geweest;
  • uit de relatie een kind is geboren en de ander het kind heeft erkend
  • wanneer er sprake is van een samenlevingscontract op grond waarvan de personen verplicht zijn tot een bijdrage aan de huishouding; en
  • op grond van een registratie wordt aangemerkt als een gezamenlijke huishouding.

Heeft u het vermoeden dat een van de voorgenoemde situaties zich voordoet? Dan is het verstandig om dit te laten weten aan de gemeente. Het kan anders zo zijn dat de inlichtingenplicht op grond van artikel 17 van de Participatiewet wordt geschonden, wat gevolgen kan hebben voor uw uitkering. Hierbij kan gedacht worden aan het opschorten van de bijstandsuitkering, het terugvorderen hiervan of het opleggen van een bestuurlijke boete. Voor nadere informatie kunt u langskomen op één van de spreekuren van de Wetswinkel. 00000000

Melden afkeuring bij pensioenfonds

Melden afkeuring bij pensioenfonds.

Door Hans Oomes, cliëntbegeleider bij de Wetswinkel Almere

In het spreekuur zul je regelmatig geconfronteerd worden met klanten die aangeven dat zij afgekeurd zijn en een WAO uitkering genieten van het UWV.

Veel afgekeurden weten niet dat de werkgever waar hij/zij ten tijde van de afkeuring werkten aan het pensioenfonds slechts mag doorgeven dat het dienstverband is beëindigd en dat gestopt wordt met de betaling van pensioenpremie. In verband met privacyregels mag niet worden vermeldt dat beëindiging van het dienstverband als reden heeft dat betrokkene 85%-100 % is afgekeurd.
Bij afkeuring wordt van betrokkene verwacht dat hij/zij het pensioenfonds meldt dat de beëindiging van deelname aan het pensioenfonds als reden heeft een afkeuring en dat betrokkene het pensioenfonds verzoekt om een premievrije voortzetting van de pensioenopbouw.
De betrokkene dient hiervoor het afkeuringsverslag van het UWV zelf op te vragen en aan het pensioenfonds op te sturen, waarna het pensioenfonds zorgt voor voortzetting van premievrije pensioendeelname (de premiekosten worden door het pensioenfonds betaald op basis van laatste loon/ziektewetuitkering).

In mijn geval betrof het een cliënt die in 2003 was afgekeurd en die vergeten was/niet wist dat zij het pensioenfonds had moeten inlichten. Ik heb de aanvraag alsnog in 2017 gedaan en gevraagd om herziening met terugwerkende kracht naar 2003.
Begin 2019 is de aanvraag met terugwerkende kracht toegekend, wat voor mijn cliënt inhoudt dat:

  • Haar pensioenopbouw op dit moment is verhoogd mat ca. € 170,00 per maand netto
  • Zij nog tot 2024 pensioen opbouwt (pensioenleeftijd van cliënt)
  • Zij per direct maandelijks een invaliditeitsuitkering ontvangt van € 160,00 netto
  • Zij met terugwerkende kracht € 16.000,00 netto heeft ontvangen voor de periode 2003 -2019

Per pensioenfonds verschilt wat wordt uitgekeerd (premievrije opbouw – invaliditeitsuitkering enz.) en dit is na te vragen bij betreffende pensioenuitvoerder

Door in te loggen bij de laatste pensioenuitvoerder kan iemand zien of er nog pensioen wordt opgebouwd. Als dit niet het geval is kan je betrokkene aanraden om deze aanvraag alsnog te doen; het kan lonen…

Als aanvulling kan ik melden dat ik op dit moment nog 3 aanvragen heb lopen om met terugwerkende kracht de pensioenopbouw te herstellen. Al mijn ‘WAO-klanten’ hadden in het verleden verzuimd om hun pensioenuitvoerder te informeren.

Arbeidsmarkt in balans

Het wetsvoorstel ‘Arbeidsmarkt in balans’ (WAB) is op 5 februari jl. door de Tweede Kamer aangenomen. Dit wetsvoorstel is op een aantal punten gewijzigd. De beoogde ingangsdatum van de WAB is 1 januari 2020. Stichting Wetswinkel Almere heeft de hoofdlijnen van het wetsvoorstel voor u op een rij gezet.

  • Een werkgever is een transitievergoeding (ontslagvergoeding) verschuldigd vanaf dag 1 dat de medewerker in dienst is in plaats van na 24 maanden;
  • Ketenregeling: de werkgever mag 3 contracten aanbieden met een tussenpoos van maximaal 6 maanden (onder bepaalde omstandigheden kan hiervan bij cao worden afgeweken naar 3 maanden) binnen 3 jaar (nu: 2 jaar);
  • In de 13e maand van een arbeidsovereenkomst met een werknemer die een oproepcontract heeft (nul-urenovereenkomst of min-max contract), is de werkgever verplicht een vaste arbeidsduur aan te bieden;
  • De minimumtermijn voor oproepen en intrekken van een oproep: minimaal 4 dagen van te voren dient de werkgever een oproepkracht schriftelijk op te roepen. Wordt een oproep binnen vier dagen afgezegd, dan houdt de oproepkracht recht op loon. De termijn van vier dagen kan bij de cao worden verkort tot één dag. Bepaald seizoenswerk is hier van uitgesloten en bij cao mag hiervan worden afgeweken;
  • Gelijke arbeidsvoorwaarden voor payrollwerknemers en ‘eigen’ werknemers;
  • WW premie wordt voordeliger bij contracten voor onbepaalde tijd  dan bij contracten voor bepaalde tijd. Voor flexibele contracten worden deze premies voor werkgever dus minder aantrekkelijk gemaakt. De premies zijn dan niet meer sector afhankelijk. Deze regeling geldt niet voor contracten voor jongeren onder de 21 jaar die ten hoogste twaalf uur per week werken.

Bovenstaande wijzigingen zijn nog niet doorgevoerd. Op dit moment gelden de regels van de Wet werk en zekerheid nog (WWZ). Bent u benieuwd wat de gevolgen van de wetswijziging voor u kunnen zijn? Heeft u vragen over uw huidige arbeidsovereenkomst of wellicht een conflict met uw werkgever? Of heeft u op een ander gebied juridisch advies nodig? Dan zien wij u graag vrijblijvend op een van onze spreekuren. i

Incassobrieven: u moet betalen!

Soms is het wel even schrikken. U krijgt een brief van een incassofirma of een deurwaarderskantoor dat u een bedrag moet betalen voor een dienst of product dat u heeft afgenomen. (Het onderstaande geldt alleen voor consumentenzaken.)

De meeste incasso-brieven zijn bedoeld om u zo snel mogelijk te laten betalen. Soms worden er maatregelen genoemd zoals loonbeslag of beslag op uw inboedel of auto. De brief kan behoorlijk dreigend zijn.

Wat is nu verstandig als u een dergelijke brief krijgt? Allereerst dient u na te gaan of het bedrag of de afgenomen dienst of het product, waarover gesproken wordt, wel correct is. Het kan een vergissing zijn. Indien dat het geval is, is het advies om, het liefst schriftelijk, te reageren naar de incasseerder en de opdrachtgever. Leg uit waarom de incasso niet juist is en motiveer dat met betaalbewijzen en/of voorafgaande correspondentie. De incasseerder zal hierop moeten reageren en dat is soms niet altijd de reactie die u verwacht. Blijf echter in gesprek en laat de boel niet de boel, in de zin dat u niet meer reageert op verdere brieven. Struisvogelpolitiek, je kop in het zand steken, is niet verstandig!

Ten tweede is het verstandig om de bedragen die gevorderd worden te (laten) controleren indien u inderdaad een dienst of product heeft afgenomen en niet heeft betaald om welke reden dan ook. Op alle incasso opdrachten is namelijk de Wet Incasso Kosten (WIK) en het Besluit Incasso Kosten (BIK) van toepassing. Deze geven regels waaraan een incasso dient te voldoen. Deze wetgeving ziet vooral op de bijkomende kosten die soms wel erg hoog zijn en niet voldoen aan deze wetgeving.

Als laatste nog even dit: Een beslag of andere (aangekondigde) rechtsmaatregelen kunnen alleen worden uitgevoerd na een uitspraak van de rechter! Als u een uitnodiging voor een zitting van de rechtbank krijgt, reageer dan ook direct en ga eventueel naar de zitting. Laat dit niet voorbij gaan want u wordt wel degelijk veroordeeld als u niet komt en u zich niet verdedigt!

Ga voor advies naar een van onze spreekuren om uw geval te laten beoordelen door onze juristen. Het kan veel ongemak voorkomen! fff

Corina stelt zich voor

Corina Valkenburg

Even voorstellen: Corina Valkenburg, geboren in Beverwijk, sinds 2005 samen met mijn man Paul wonende in Almere, daarvoor o.a. gewoond in Amstelveen en Haarlem.

Na de middelbare school en met een secretaressediploma op zak ben ik op m’n 19e gaan werken bij achtereenvolgens een uitgeverij, accountantskantoor en verschillende advocatenkantoren. Op m’n 26e ben ik in de avonduren rechten gaan studeren aan de UvA (één van m’n studiegenoten was Harry de Geest,  de voorzitter van Wetswinkel). Op m’n 32e ben ik als advocaat aan de slag gegaan bij het toenmalige Schut & Grosheide, waar ik heb gewerkt in een algemene praktijk en veel verschillende soorten zaken heb kunnen doen, met een wisselende groep cliënten. Daarna overgestapt naar accountants- en adviesorganisatie KPMG, waar ik 22 jaar als bedrijfsjurist/senior legal counsel hebt gewerkt op een breed spectrum van ondernemingsrechtelijke onderwerpen. Vorig jaar ben ik daar gestopt om me te oriënteren op een andere toekomst, met een betere balans tussen werk en vrije tijd (met o.a. tijd voor hobby’s zoals tennissen, lezen, film en reizen). Via Harry ben ik als vrijwilliger terechtgekomen bij de WWA. Ik vind het interessant werk, fijn om mensen te helpen en leuk om onderdeel te zijn van de enthousiaste groep vrijwilligers van de WWA. 0 List Tabl